Miniaturen

4,9 kg

De Houtstraat in Nijmegen veranderde binnen zeventig jaar van onpersoonlijke wederopbouwstraat naar reisdoel (Foto: Boekhandel-Antiquariaat O.M. van Hoorn)

“Boekhandel Crone wacht op een wonder”, kopte het ED maandag 10 maart. Twee dagen voor het begin van de 90e Boekenweek wordt Michel Geurtsen geïnterviewd. Geurtsen (30 jaar geleden student Nederlands) is restaurateur van, “Trattoria Il Salotto” aan het Celsiusplein in Woensel West. Die Eindhovense wijk was fout, tot voor enkele jaren. Woensel West is nu hip, al lijken de citytrippers het subcentrum nog niet gevonden te hebben.

Aan dat plein maakte Crone vorig jaar vlak voor de Boekenweek zijn droom waar: “Boekhandel Crone”. Twee vrijwilligers boden in oktober hun hulp aan, anders was die droom in rook opgegaan. En nog steeds is het hopen op betere tijden. Crone wijst in het interview op een triest feit: Eindhoven kent naast Crone maar vier boekwinkels en dat is weinig voor de vijfde stad van het land. Crone neemt nu onder meer zijn toevlucht tot tweedehands boeken. Maar ook zo’n winkel was in Eindhoven al jaren geschiedenis.

In veel andere steden vind je ze nog wel; in doorgaans versleten panden die passen bij het karakter van die boekwinkel. Zo liep in Den Haag Boekhandel Krtezschmar ten einde. Uit een soort van solidariteit ging ik er binnen en kocht van Louis Paul Boon “Mijn kleine Oorlog”. Ik had het al, maar dat maakte niet uit. Misschien nu een eerdere druk. Ik voelde me gegeneerd bij het afrekenen: € 5,00. “Nee, ik heb contant. … Laat u maar zitten.”

Ook in Antiquariaat Van Hoorn in de Nijmeegse Houtstraat kon ik de verleiding niet weerstaan: De complete “Het Bureau”. 7 Banden, totaalgewicht 4,9 kg. “De serie kost maar € 80,00”. “Dat is toch wat veel voor een impulsaankoop”. “Dat is waar, ik mag u vandaag 20% aanbieden. € 60,00, het is bijna sluitingstijd.” Benieuwd wanneer ik de moed vind om aan deel 1 te beginnen.

– 11 maart-

Voordeur

5 Dagen per week brengen vrijwilligers van SWOVE maaltijden rond. Voor sommige klanten het enige contactmoment van die dag.

Invallen komt altijd ongelegen, behalve als je plannen hebt om op korte termijn uit te vallen. Op die basis is het prettig samenwerken met collega’s die je niet of nauwelijks ziet. Het zijn vrijwilligers die wekelijks af en aan rijden met maaltijden voor nog oudere inwoners van Veldhoven.

Zo’n invalroute is meestal improviseren. Je wordt verondersteld binnen afzienbare tijd alle maaltijden bezorgd te hebben. Terecht. De gebruiker wil het gevoel houden dat zij of hij zelf bepaalt hoe laat men eet, zeker als het om de warme maaltijd gaat. Op een nieuwe route is haast dus geboden. Dat is belangrijk want de gebruikers van de maaltijdservice houden op dat punt niet van verrassingen. Daarentegen zorgen sommige klanten wél voor verrassingen, voorgekomen uit privileges die doorgaans gericht zijn op meer inspanningen van de vrijwilliger en minder van de klant. Er kunnen dan gelaagde gesprekken ontstaan.

  “U mag gewoon achterom naar binnen komen hoor.” “Dank u wel, mevrouw, maar dat hoeft niet.” “Ja, maar het mag wel, dan zet u de doos meteen op de keukentafel en pakt u er de maaltijd uit. Dat doet uw collega ook”. “Dat klopt, veel gebruikers van onze dienst willen dat graag en geven dit even aan bij een nieuwe bezorger. Ik ben echter invaller, zoals u weet. Dan ben je nog niet zo bekend met de route. In uw geval is de voordeur sneller dan achterom.” “Toch heb ik graag dat de maaltijd op de keukentafel wordt gezet. Dat vind ik prettig.” “De volgende keer dat ik aan de beurt ben hoop ik eraan te denken, mevrouw. Dan pak ik de maaltijd ook uit. Overigens: bent u beperkt mobiel of kunt u niets meer dragen?” “Nee hoor, ik kan nog prima naar de voordeur en zo.” “Okay, dan is dat probleem wat mij betreft getackeld”.

-9 maart-

Participatie, een schoolvoorbeeld

Voorlichting, inspraak, samenspraak, participatie, uiteindelijk blijken ze de betrokkenheid van de burger vaak nauwelijks te bevorderen..

Welkom op deze participatiebijeenkomst. Na de presentatie kunt u al uw vragen stellen. Daarvoor is alle gelegenheid. Dit schoolgebouw gaat plat. Het nieuwe gebouw wordt kleiner, maar efficiënter. Daarnaast en daaromheen komen 86 woningen en een parkeerterrein voor ongeveer 40 auto’s . Daarboven een daktuin en daarnaast een speelplaats. Ja dat klopt, drie weken geleden spraken we nog over 80 woningen. Voorzieningen in de school worden aangeboden aan de buurt. Zo creëren we cohesie, samenwerking met de buurt. We hebben twee thematafels met tekeningen en kleine memoblokjes en dikke viltstiften voor uw vragen die wij vervolgens verzamelen. En er is een ideeënwand. 

….

Het programma is uitgelopen, er is dus geen tijd voor vragen Op uw concrete vragen hebben we nu geen antwoord. De plannen zijn nog in ontwikkeling. U kreeg vorige maand mijn emailadres. U mag uw vragen naar mij mailen. We zullen u dan zo snel mogelijk weer informeren. Ja, een deel van het voet- en fietsverkeer moet over troittoirs. Daarom willen we een plantsoen van de publieke ruimte bij ons plan betrekken. Er blijkt belangstelling voor de collectieve voorzieningen. We zoeken nog vrijwilligers. Inderdaad: als de school zou stoppen dan gaan we het gebouw transformeren tot woningen. 

-1 maart-

Verborgen in de bovenkamer

Dré Didderiëns maakt foto’s, films en installaties en doet dat voornamelijk van huis uit

Ze zijn er wel, galeries en expositieruimten in de Eindhovense binnenstad. Een voorbeeld daarvan is Stichting Pennings aan de Geldropseweg 63. Een voor Eindhoven rauwe straat en dus fotogeniek. Daarmee is dit “Presentatieplatform en kenniscentrum voor fotografie” op haar plaats.

Binnen een ‘gelegenheidsexpositie’ ter ere van een stadsgenoot die met pensioen ging. In die informele setting paste de donatiedoos. “Goed voor een kop koffie” zeiden wij. “Die koffie krijgt u toch wel”, zei de curator en wees op de prachtige fototentoonstelling, de bibliotheek en de agenda van het museum.

De foto-expositie (tot eind maart) is van Dré Didderiëns. “Verborgen in de bovenkamer” is de poëtische titel. Na het operatief verwijderen van een tumor in zijn hoofd bleef een zeldzame chronische ziekte achter. De impact daarvan op zijn leven biedt een nieuwe bron van inspiratie. ”Er is een innerlijke drang die mij constant, dag en nacht, vooruitduwt, hierdoor blijven er steeds nieuwe werken ontstaan, die ik wil blijven delen met anderen om te beleven, te ontdekken, te begrijpen en te koesteren.”  Zijn beelden zijn mooi, zijn teksten ook: 

Dit is wat het is

Niet meer

En niet minder

Is het erg?

Ik vergeet zoveel

Dat ik het vaak

Niet meer weet

-23 februari-

58 keer 2

Kenners kennen Geoffrey Chauces van The Canterbury ‘Tales’. In 1380-’82 dichtte hij: “Want dit was op Sint Valentijnsdag Als elke vogel daar zijn maatje komt kiezen” (Bron Wikipedia)

In 1979 intensiveerde ik het nog prille contact met mijn geliefde. Ik belde naar de praktijkassistente en meldde mij  als vertegenwoordiger van het sterk opkomende merk “Ever White”. Het ging mij om het praktijkadres. De volgende dag -14 februari- werd ter attentie van Ellen een boeket met anonieme kaart bezorgd. In Nederland kwam Valentijnsdag opzetten in de jaren 1990. De populariteit kent een stijgende lijn.

Toch roept die dag van de vriendschap (en als het kan een beetje meer dan dat) irritatie op. Waarom? We leven immers in een tijd van toenemende eenzaamheid en fysieke contactarmoede. We moeten juist blij zijn met nieuwe, warme, ontmoetingen. Criticasters van Valentijn verdienen dus onze warme aandacht! 

Vanwaar die naam en die datum? De Romeinen kenden op 14 februari het vruchtbaarheidsfeest, met daarin een rol voor Juno, de beschermgodin van de vrouw en het huwelijk, en Pan, de god van de natuur. De Rooms-katholieke kerk zette de verering door: de dag  van Sint Valentijn.

Vercommercialiseerd of niet: op 14 februari draaide in Tilburg Cinecitta romantische films, de restaurants waren er stijf volgeboekt. ‘Silk Road Central Asian cuisine’ lukte wel, om 17.00 u. De gerant houdt van Valentijn: “58 keer 2 gasten. Een mooi feest.”

-16 februari-

Shrek

Nora is aan het werk

Maandagochtend 06.15 u. Nora had haar debuut achttien uur geleden. Samen met een dozijn kinderen bracht zij een complete musical van ruim 40 minuten over het voetlicht. Het publiek was zelfs voor professionals jaloersmakend enthousiast.

“We beginnen iets later, er moet nog een sterretje naar de wc”. Begrip alom, het is ook vreselijk spannend. Het verhaal is losjes gebaseerd op Shrek. De acteur lijkt een beetje op Shrek. Laat ons zeggen: het postuur. Twee jongens zijn man genoeg om mee te doen. Niet-geprogrammeerde stiltes worden door de souffleur gevuld. Nora souffleert af en toe haar maatje. Ze is eigenlijk heel verlegen maar loopt behoorlijk zelfbewust over de bühne. Opa ziet het meteen: dit vindt ze echt leuk. Maar wát vindt ze leuk? Het dansen, het zingen, het acteren? Operette: Zwei hërzen in Dreivierteltakt, Robert Stolz, Rudolf Schock, Anneliese Rothenberge. The Sound of Music. Hoe kitscherig wil je het hebben? Jaren later genoot opa van Chicago en zelfs van opera: Don Giovanni.

En dan mijn oudste kleinkind. Al zo’n vergevorderde fan dat onbewust met dedain op Frozen wordt teruggekeken. Dat Nora nog lang mag blijven spelen. Maandagochtend 06.30 u. Nora schrijft háár musical. Opa denkt dat zij dat het leukst vindt.

-9 februari-

Lancia Y

Calabrië, zomer 2019. Zelden zo’n bekraste auto, zelden zo lekker gereden

Naast de voordeur liggen pumps. Al jaren, want ze zijn groen uitgeslagen. De deur is massief eiken met een donkerbruin raam. Geen teken van leven. Dan maar achterom. Ook daar een desolate aanblik met tweemaal twee oude koelkasten, een elektrische maaimachine en een rollator van recentere datum, maar nauwelijks gebruikt.

Ook binnen lijkt de tijd stil te staan. Een enorme schouw in de hoek opgebouwd uit schoonmetselwerk. In de eerste week van februari is de kerst nog volop aanwezig. De vrouw des huizes nuttigt haar middagboterham. Er is nog geen ruimte voor de warme maaltijd. Ik heb geluk, haar kleindochter is er. Zij valt mij bij als ik koelvers adviseer. Ik complimenteer haar met haar auto. Een brede lach: pappa hobbyt in Lancia’s. En opa was wereldkampioen ploegen met een FIAT. De foto uit de jaren zestig toont de enige tractor ter wereld met elegante lijnen. Oma herinnert zich de hoofdprijs: een gastvrij verblijf in een Italiaans kasteel. Ooit reed ik ook Fiat.

“Vanwaar die interesse?” “Rijden in een Italiaan is als de belangstelling van dames, zoals vandaag.”  Poeh poeh, was hun reactie. De maaltijdbezorger werd op zijn plaats gezet. Desondanks gaven zij toe: hoe Italiaans wil je het hebben?

-2 februari-

Platvoetje

De mannen zien er prima uit, maar internet kent ook grenzen. Zo heet Mees geen Mees. En dat geldt ook voor juf Jannie.

Nationale voorleesweek. Woensdag was een spannende dag voor opa’s en oma’s. Ook voor geroutineerde sprekers in het openbaar is zo’n optreden spannend. Het publiek is niet te veroveren met de ervaring van jaren. Zelfs de inhoud van het boek is geen doorslaggevende succesfactor. Bepalend is -sterker nog dan bij volwassenen- de interactie met het publiek. Hoe houd ik de aandacht vast? Gelukkig surveilleert juf Jannie, een schat.

 

Deze opa heeft geluk met ‘Platvoetje’, een jong heksje. Zij had ondanks haar 777 lentes nog nooit haar tanden gepoetst. Het gele front sprak voor zich. Aangespoord door vriendin Nikki probeert de heks een tandenborstel. Tot haar schrik kleurden haar tanden paars. Daar had ik mijn aandachtspunt te pakken. “Heren, dit is natuurlijk niet waar. Als je je tanden niet poetst ruik je niet alleen uit je mond, je mond kleur zelfs rood! Ik kan dat weten want de oma van Boris was tandarts en ik haar hulpje.” Boris trots op zijn grootouders, maar vriend Mees ging er overheen: “Mijn vader ís tandarts”. Dat hij meteen vroeg of hij mocht plassen deed aan dat wapenfeit niets af.

 Boris was tevreden over opa, maar de hug was voor oma. Mannen kennen ook hun grenzen.

 

-26 januari-

Toys for boys

In de Grotestraat in Waalwijk verscheen op de plek van een oude smidse eind jaren vijftig een modernistisch pand

Dirk Lips was een kostschoolmaatje. Zestig jaar geleden stond de naam “Lips” garant voor scheepsschroeven en aluminium profielen voor met name de glastuinbouw.  Zijn vader verdiende genoeg geld voor een exclusieve hobby; het verzamelen van uiteindelijk een enorme voorraad historische auto’s., opgeslagen in een immense kas. Wij dwaalden er rond en genoten. Die ‘opslag’ ontwikkelde zich tot het Autotron; eerder in Drunen, later in Rosmalen.

Ik was dus nogal wat gewend toen ik in Waalwijk Van Mossel bezocht. De Bossche Volkswagendealer opende er ooit zijn tweede vestiging. Nu staat Van Mossel voor een van de grootste autobedrijven. De mede-eigenaar is ook de eigenaar van een indrukwekkende collectie auto’s. Alle merken uit het huis Van Mossel zijn in de verzameling opgenomen; modellen vanaf de jaren vijftig.  De verzameling fascineert omdat de nadruk ligt op haalbare auto’s die nog vers in het geheugen geparkeerd staan. 

De bezoekers lijken evenmin vertegenwoordigers van de hogere welstandsklassen. Herinneringen worden opgehaald, de auto’s spreken nog steeds tot de verbeelding. De veranderingen in de autobranche gaan razendsnel. Mobiliteit, zo leert Van Mossel aan de A 59, is maar een onderdeel van het concept auto. Daarom is het moeilijk voor te stellen dat dit speelgoed ooit zal verdwijnen. 

-19 januari-

Joceline en Freddy

Trouwen in stijl

Waarom trouwt een stel op leeftijd? Het antwoord op die vraag is vaak de basis voor een goede babs-briefing. Bij Joceline en Freddy was het liefde op het eerste gezicht. Zij maakten kennis in de wat onhandige omgeving van een sauna. De volgende dag werd de click bevestigd bij een kop koffie in een wegrestaurant (Coronatijd). Die spontaniteit van hun relatie voelde je ook tijdens de huwelijksceremonie.

Ter voorbereiding op de briefing krijgen de partners een draaiboek toegestuurd. Dat werd in korte tijd, volledig uitgewerkt, teruggestuurd. Dat maak je bijna nooit mee. Liedjes waren zeer gericht gekozen, beiden spraken een belofte uit en ook de trouwauto was in stijl met de ceremonie.

Terug naar de hamvraag: waarom wil een stel op leeftijd trouwen? Freddy was tot het jawoord zijn hele leven vrijgezel. Hij zei: “Al heel vlug wist ik: zij is voor mij een open boek. Mijn ultieme droom was al heel snel: samenwonen. En als je dat hebt bereikt dan wil je die verbinding tonen, de woorden uitspreken, je gevoelens uiten tegenover je vrienden, je familie. Want je houdt oprecht van je partner om wat die partner voor en met je doet”. Joceline was het er helemaal mee eens.

-12 januari-

Tante Giselle

Plastiek uit plm. 1957 van Giselle Kuster

Teder en sterk. Dat maakt dit plastiek van tante Giselle bijzonder. De houding drukt vrijheid uit, onafhankelijkheid.  Het ideaalbeeld van de vrouw. Borsten? Geen idee. Taille? Wellicht. Huidkleur? Terracotta. Alles irrelevant. Ik zie in haar werk niet zozeer de schoonheid van het model maar de autonomie van de vrouw. Niet zelden hebben haar portretten mysterieuze trekken.

Tante Giselle was beeldend kunstenaar en een vriendin van mijn ouders. Zij dronk wijn aan de piano, haar stem was doorrookt. Zij was een vrije vrouw. Gescheiden en naar het schijnt zelden zonder relaties. Mannen zie je maar weinig in haar werk. Tante Giselle hield van vrouwen Logisch, vonden wij, als je haar werk ziet. Geen punt van discussie. Werk van Giselle Kuster (1911-1972) wordt vanaf 22 maart geëxposeerd in Museum  Van Bommel Van Dam in Venlo, haar geboortestad. 

Tot een week later zijn in het Kunstmuseum in Den Haag werken van Aline Thomassen te zien. Zij toont op reusachtig formaat schilderijen van vrouwen die zowel krachtig als kwetsbaar tonen. De poses zijn vaak vrijpostig. Ik denk dat een mannelijke collega erop zou worden aangesproken. Dat is de boodschap van elke kunstenaar: kijk mee, lees mee, luister mee en toets daarna je mening opnieuw. 

-5 januari 2025-

’t Vossenhol

Het ’t Vossenhol in hartje Geldrop verdient ook een prominente plek op de gemeentelijke agenda

‘’t Vossenhol’ is ondanks haar bouwkundige staat een kleinood in het hart van Geldrop. Het oudste deel van het pand werd rond 1600 gebouwd als wevershuisje. In 1816 werd het pand uitgebreid met een woonhuis. Nu is het een gemeentelijk monument.

‘’t Vossenhol’ huisvest een brocante waar je je thuis voelt. Voor enkele euro’s koop je een prachtig collier in de vorm van een plastic rasterwerkje. Het kan nog goedkoper. Stapels boeken, letterlijk te geef. De bewoonster van het pand is tevens de eigenaresse van de winkel. Zij weet er zich geen raad mee. “Sommige klanten zoeken gericht en dan hoop ik dat zij wat van hun gading vinden. Want mijn leeftijd gaat een rol spelen”. Dat geldt niet voor een deel van de talloze langspeelplaten. Ik heb concrete belangstelling voor een album van James Last waarop het nummer ‘Biscaya’ staat. “Het is heel opvallend dat er momenteel veel vraag is naar albums van Last en tijdgenoten, zoals de serie “Alle dertien goed”. Volgens mij gaat het niet om de muziek, maar om de hoes. Met van die ouderwetse grote borsten. Die vonden we toen heel normaal.” Ik voelde me betrapt. Alsof ik de Playboy kocht omwille van de interviews.

-29 december-

Clean Pete

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is 33-Clean-Pete-Journaal-publifoto-1240x814-1-1024x672.jpg
Renée en Loes Wijnhoven uit Sambeek. Ga maar eens luisteren, en kijken

ROLLING STONE: ” I like the vibe of this immediately: “O holy night” is “Donkere nacht”. (…) Let me put is this way: without hesitation, it makes it into my top ten versions of “Oh holy night” on this list, and possibly even top five.” Als het meest gerenommeerde popblad in de wereld dat vindt, dan wordt het tijd om de weg naar de  kerstsfeer op te zoeken.

“Clean Pete” is de naam van een jong duo van twee vrouwen. De een zingt, de ander speelt cello en samen houden ze van kerstmuziek. Op het podium staan naast deze twee andere goede muzikanten, wat dansers in een beginnend stadium en een bekende Nederlander met snor. Zijn naam is mij ontschoten, mogelijk omdat hij die regelmatig wjzigt. Maar een rasverteller is hij wel.

Het tableau de la troupe heeft een duidelijk verhaal: kerstmuziek is mooi. Die muziek wordt zo kundig en vooral enthousiast over het voetlicht gebracht dat je als vanzelf -zonder stichtelijke boodschap- in de juiste kerstsfeer komt. Geen nachtmis, geen verheven boodschappen maar veelal bekende muziek, anders vertolkt.

Mijn lievelingskerstplaat -‘Baby it’s cold outside’- kan niet meer en werd ‘samen kerst/ liever alleen’ En dat kan gelukkig wel.  

-22 december-

HOVO

Spoorlaan 343 in Tilburg is gebouwd als villa., daarna ambachtsschool en sinds 1985 natuurhistorisch museum. Het trappenhuis herinnert aan de rijke historie. De eigenwijze bloeiwijze van de narcis werd door een medewerker verklaart met: “het is al een oude afbeelding”.

De HOVO-Leergang Architectuurgeschiedenis bereikte de welhaast academische lengte van vijf jaar. Tijd voor afscheid. De keuze van leslocatie stond geheel los van de leergang zelf. Echte, universitaire, collegezalen waren wel aangekondigd maar bleken niet beschikbaar. In de plaats daarvan een groots pand, waar ooit een postorderbedrijf zetelde, een moderne muziekschool, een mooi verbouwd filmhuis en tenslotte het Natuurhistorisch Museum. Geen universiteit, wel de wekelijkse ontmoeting met leergierigen. Pakweg 60 jaar jonger dan HOVO-isten, maar minstens zo geintersseerd in kennis.

De toiletten zijn er gering in aantal. Die mijd je dus zoveel mogelijk, maar als je moet, dan moet je. Toen ik de deur weer opende stonden er 6 heel jonge jongens nieuwsgierig te wachten. “Jullie gaan toch niet allemaal tegelijk naar binnen hè mannen?” “Nee meneer”. Het antwoord was beleefd, maar ze hadden lol om het idiote idee.

Later die dag bleek dat moeder natuur een week obstipatie op één dag wilde inhalen. Ik spoedde mij naar de eerste gelegenheid, het station. Bezet, maar ‘De Dames’ bood wel alle ruimte. Toen ik na afloop de deur opende wachtte ditmaal een vrouw, hevig verontwaardigd, alsof ik iets vies van plan was. Ik was verbouwereerd en kon niets anders uitbrengen dan “Geniet!”

-15 december-

Stropdas

Vooral nog populair in bestuurderskringen en de financiële sector

Mijn nieuwste stropdas viert op 7 februari a.s. haar vijfde verjaardag. Dat is het accessoire niet aan te zien; het symbool van mannelijkheid straalt in alle opzichten. De smalle strook onder de boord en over het hemd domineert het driedelig kostuum. Haar kleuren waren in overleg met de bruid (én dochter) zorgvuldig uitgekozen. De das accentueerde het aanzien van de dag.  Een half decennium blijkt een lange periode.  

Donderdag a.s. kan dat kleinood eindelijk weer eens uit de kast.  Dit op verzoek van een bruidspaar op leeftijd.  De plechtigheid moet inhoudelijk zijn, maar ook een feestje. Opvallend was de gedegen voorbereiding. Die deed ook denken aan vijf jaar geleden. Toen was dat nog heel gewoon.

Anno 2024 niet.  De huwelijksvoltrekking en de partnerschapsregistratie zijn niet langer een vanzelfsprekend hoogtepunt van de bruiloft, eerder een noodzakelijke formaliteit. In de meeste gevallen kiest men voor een ceremonie met enige aankleding. Van de vroeger gebruikelijke voorbereiding is dan nauwelijks sprake. De speech wordt op prijs gesteld al besteedt men nauwelijks tijd aan de inhoud. Opmerkelijk, want dat ‘praatje van de babs’  is bedoeld als spiegel die het bruispaar het gezelschap wil voorhouden. Ook door deze ontwikkeling neemt het aanzien van deze dag af. 

-8 december-

Vakwerk

1 december, de Strabregtse Heide toont zich op zijn mooist

Francesco knipt  niet, hij snijdt, met zijn schaar. Hij jongleert er mee, heeft duidelijk plezier in zijn werk. De kapper doet denken aan een beeldhouwer waarbij mijn dunbedekte hoofd de stomp is dat aan waarde wint door het zwierig couperen van grijze draadjes en een enkel plukje.

De stomp wordt een kop met een enigszins dichtere haardos. Bijna aan het einde wijst de barbier richting spiegel. Een soort tussenstop. Ik  herken meester-bakker Rudolf. Dit dankzij de haarkleur en zelfs een slag in het haar dat aan een kleine kuif doet denken. Daar heb ik moeite mee en Francesco weet dat.

Het onafwendbare moment is niet ver meer. Er wordt nog wat aan de stoel gedraaid, een millimeter gesneden maar dan is daar toch echt de ‘magic mirror’. De spiegel is rond en heeft een handvat waardoor de klant ook het achteraanzicht van het voltooide werk kan bewonderen. Weg is de illusie dat het allemaal nog wel kan.  Het aanzien doet denken aan een opdoemende planeet. Verontwaardigd wijst de Portugees op mijn nog redelijk lage haargrens. En opzij zit ook nog best wel wat haar. En: “u bent lang, dus niemand kan op uw hoofd kijken.” Francesco is een goede kapper.

-1 december-

GLOW 2024 (2)

Het project van ASML op GLOW 2024 mooi op elk moment

Er waren dit jaar betrekkelijk veel sombere reacties op GLOW. Minder “oh’s en ah’s” dan andere jaren. Er waren desondanks veel vrienden- en bedrijfsgroepen.

De samenstelling van een ASML-groep is vanzelfsprekend gemêleerd. Medewerkers uit Japan, Turkije en Hongarije. Ooit was het begrip ‘multinational’ in het Eindhovense een synoniem voor vestigingen in vele landen. Nu verzamelen de werknemers uit alle delen van de wereld zich in deze regio. De groep is zeer geïnteresseerd, maar er zijn hoegenaamd geen onderlinge contacten. De gids heeft een fietslichtje op zijn lichtgrijze hoed bevestigd.

Zo’n signaleringslicht is belangrijk. Elke avond zonder storm vormt zich in de binnenstad en noordzijde een lange dichte stroom bezoekers. Zelfs de sterk reflecterende overjassen van de gidsen vallen weg. Een lichtje op de hoge hoed blijkt een welkom baken. 

Aan het einde van de laatste wandeling, vlak bij het standbeeld ‘Ons Moeder” voor Ruud Groen, viel dat baken in flink wat stukken op het donkere Fensterrein. Als op commando  gingen de lichtjes van acht mobieltjes aan.  Vergeefs werd druk gezocht naar baterijen en andere onderdelen. Dat was, het weer ten spijt, een warm moment. Het licht maakte de saamhorigheid zichtbaar. Het zit wel goed met al die expats in Eindhoven.

-17 november-

Vrijdag 15 november

November 1976, leerling af

Vrijdag 15 november 1974.  Onderweg naar Nijmegen, naar mijn eerste baan. Wat wilde ik ook al weer worden? Advocaat en procureur. Dat was mijn vaders beste vriend. Zijn vrouw was bijzonder. Zijn praktijk niet rijk maar wel aan huis en hij had 7 kinderen. Dat wilde ik het liefst. En anders? Journalist, dankzij een tv-serie.

Beide doelstellingen waren ver weg. De rechtenstudie mislukt. Na vier scholen zag mijn vader opnieuw kans mij binnen te praten, ditmaal bij De Gelderlander Vakpers.  Leerling-journalist was geen voor de hand liggende keuze. De gemiddelden voor Nederlands daalden op alle middelbare scholen als mijn voorkeur voor taal bekend werd. De proeve van bekwaamheid was een één-kolombericht in De Maasbode: Dames 1 had thuis gewonnen. Goddank plaatste ‘het suffertje’ het verslag. In de weken tussen de laatste tentamens (mijn eerste voldoende) en de rit naar Nijmegen werden tijd en portemonnee gevuld met montagewerk in een meubelfabriek. Ik beurde er meer dan in het eerste jaar als journalist. 

Vrijdag 15 november 2024, 50 jaar later. De balans wordt opgemaakt: bijzondere echtgenote 2.0, drie superkinderen met dito partners, zeven kleinkinderen. De werkplek aan huis en bovendien in ruste. Het schrijven van korte verhalen werd een hobby. Bestemming bereikt.

-15 november-

GLOW 2024

Lucy

Mogelijk krijgen The Beatles deels postuum twee Grammy’s. Met toepassing van kunstmatige intelligentie (ai) werd een concept-liedje van John Lennon met zijn stem en begeleiding op gitaar uitgewerkt tot ‘Now and then’. Grootheden blijven leven en dat zie je terug op GLOW bij Lucy. ‘Lucy in the sky with diamonds’ heeft niets te maken met een meisje, indirect alles met LSD, met de mogelijke beleving daarvan. Lucy staat voor Luce, het licht aan de hemel. En dat licht zien we terug met behulp van een spiegelende bol aan een hijskraan, aangelicht door vier enorme volgspots. Daarmee werden in WO II bommenwerpers uit de lucht geschoten.

GLOW viert volgend jaar haar 4e lustrum en doet wellicht daarom dit jaar wat kalmer aan, in  lengte en in installaties. Dat levert een ingetogen wandeling op. Bijna geen oh’s en ah’s. Geen nieuwe technieken of spectaculaire kermisverlichting. Wel oude overheadprojectors. En bewondering. Voor de artiesten en vooral studenten die techniek in veel vormen toegankelijk maken. Het is als conceptuele kunst en wijn: je moet ondergaan.

De ijle mist bundelde de lichtstralen waardoor Lucy kon schitteren als een heuse ster. Daarmee is zij symbolisch voor de ervaren GLOW-bezoeker: mooi, simpel, maar met veel verborgen techniek.

-10 november-

Granada

Stijl

Bij introductie in 1972 was de Ford Granada een moderne auto. Dat bleef zij tot haar levenseinde. De leeftijd van de Mark II in Tours was ongeveer 42 jaar. 

De grote stationcar stond eigenzinnig geparkeerd, kont, naar achteren. De auto dwong haar domein af, ongeacht de nauwelijks zichtbare parkeervakken. 5 Minuten eerder verleenden we voorrang aan een Panhard PL17 uit eind jaren vijftig. Dergelijke auto’s horen op de avenue waar menig etappe van de Tour de finish bereikte. De koninklijke platanen maken  het beeld compleet.

Een kleine dame stak de ventweg over, richting Granada. Haar schrijdende passen pasten bij haar kleding.  Ze zal minstens tweemaal zo oud zijn als haar auto, maar evenmin als bij de Ford paste het bouwjaar bij hun verschijning. Een koket knotje, een flatterend jurkje boven benen die dat zichtbaar kunnen dragen en zilverkleurige espadrilles, compleet met rozet. Met enige trots gaf zij toestemming om haar bij de auto te fotograferen, al maakte zij daar geen tijd voor vrij. The lady is a tramp. “U heeft een mooie auto.” “Dat vind ik ook”. Dat was alles.

Na het wegrijden verleende zij met een vriendelijke glimlach de voorrang. De heer in het verkeer is vaak een dame.

-30 oktober-

Seniorenkoor Ligtklanken

Buurthuizen zijn wel oud maar niet onnut

Een blik van herkenning. “Waarvan ken ik u? De politiek? Ja, nu weet ik het weer. We waren het niet eens. Maar waarover weet ik niet meer.“ Op weg naar de wachtrij in ‘Ontmoetingscentrum De Ligt’ in Veldhoven word ik aangehouden door een voormalige houwdegen uit het lokale politieke discours. Voor die verkiezingsbijeenkomst was daar toen hoegenaamd geen belangstelling. Nu volle bak. ‘Seniorenkoor Ligtklanken’ telt 32 leden, is gestoken in zwart en draagt een witte shawl of strik. Een roze roos als corsage maakt het optreden in alles af. Het publiek geniet. Bij het gastoptreden van de Zuid-Afrikaanse Marie-Antoinette zong iedereen mee met Salie Marijs.

Een man, voor mij in de rij, draait zich om. Hulpeloos met twee koffie in zijn handen vraagt hij naar zijn vrouw. Het antwoord wordt overstemd door vuile vaat die van de theewagen valt.  “Je ziet hier alleen maar witte koppen” sprak een vrouw die zelf getooid ging in bruinblond.  

De hemel boven deze en andere buurtcentra toont donker. Sloop dreigt want er moet ruimte gevonden worden voor nieuwbouw. Hoogbouw. Toegegeven, het is er zelden zo druk, de vrijwilligers zijn eigenlijk te oud. Hopelijk biedt de plint in de hoogbouw ruimte aan gemeenschappelijke vrijetijdsbesteding.

-17 oktober-

Bertje

Een heerlijk biertje bij Cyclist

Stadsglossy ‘Frits’ nam enige tijd geleden ‘De Zilveren Tulp’ over. Deze onderscheiding eert inwoners van Zuidoost Brabant die zich verdienstelijk hebben gemaakt ten gunste van onze regio. Op de site van Frits mis ik de naam van geboren en getogen Gestelnaar  Bert Oosterbosch, de beste hardrijder op de fiets in zijn tijd. Daaraan kwam op 32-jarige leeftijd in 1989 abrupt een einde.

Bert Oosterbosch werd wereldkampioen; hij won Tour- en Vuelta-etappes. In het shirt van ti-Raleigh hielp Oosterbosch Joop Zoetemelk aan de gele trui en daarmee aan de eindoverwinning in de Tour. Naar verluid zou Oosterbosch niet de drang hebben gehad van een winnaar. Was dat wel zo, dan was zijn palmares nog veel groter. Niet voor niets luidt een oud-Brabants spreekwoord: “als m’n tante kloten had gehad was het mijn oom geweest”.

Ik heb Bert eenmaal ontmoet, op de uitreiking van De Zilveren Tulp. Ik mocht hem opvangen in het toenmalige Koningshof. Bertje was bloednerveus. Het gezelschap was immers  de top van Eindhoven! 

Oosterbosch wordt nog steeds bescheiden geëerd. Wielercafé Cyclist heeft een heus Bert-museum op het NRE-terrein. En een biertje: Bertje. De gemeente denkt nog steeds na over een pad of steeg met de naam van de wereldkampioen.

-8 oktober-

Vakwerk

De kathedraal van Jopie Huisman

Als je het Jopie Huisman museum binnenstapt krijg je de indruk in het middenschip van een kerk te zijn beland. En toch is het museum nergens een verheerlijking van de schilder. In tegendeel, het beeld dat wordt geschetst is eerder dat van een bescheiden man die de kunst overkwam. Mijn eerste kennismaking met Huisman was niet echt een aanbeveling: in de “TV-Show” van Ivo Niehe. Bij Huisman vraag je je af op welk niveau vakmanschap kunst gaat heten. Het dilemma episch en lyrisch. 

Terug naar Workum. Achterin in ‘het middenschip’ vertelt een film het complete verhaal. Knappe documentaire. Alle aandacht kan daarna naar de getoonde werken. Het overzicht is compleet, want Huisman heeft nooit werk verkocht. Dat was ook niet nodig. Hij was immers rijk geworden in de oud-ijzerhandel.

Het Bergense museum Kranenburgh stelde de ‘kunstvraag’ aan de orde in een mooie expositie van ‘geweven’ wortelstructuren. Dáár overheerst, zoals Singer in Laren, het gevoel van geld. De Bergense museumshop biedt desondanks kunstwerken in alle soorten en maten. Deels zelfs in rijen opgesteld. Te koop voor uiteenlopende prijzen. Zo zou een museumshop altijd moeten zijn. Ik miste er de posters van Verkerke. Huismans shop was bescheiden, net als de man zelf.

-29 september-

Bordeaux

Het Musée du Vin

Op papier is de Rive Droite, nauwelijks de moeite waard.  De wijk krijgt echter stapsgewijs een opknapbeurt.  Zo evalueerde de in onbruik geraakte kazerne tot het complex ‘Darwin’. Een toepasselijke naam, ook voor de appartementengebouwen eromheen. Alles gericht op de student. Even verderop een sleets hoekpand, maar nog steeds met een ietwat autoritair voorkomen. Een rusthuis voor brandweerlieden uit de jaren 1950. Rive Droite is niet rijk, maar ontwikkelt zich.

Aan de kades van de Garonne herbergt het ‘Lainé Warehouse’, het pakhuis voor koloniale levensmiddelen uit 1824, het mooie ‘Bordeaux Museum of Modern Art’. Daarnaast ‘Arc en Rêve’. Dit architectuurcentrum toont architectuur als middel om de wereld in beeld en in beweging te brengen. Er was een mooie presentatie van het Rotterdamse Architectuurcentrum over de invloed van Disney en haar beeldtaal op onze wereld. De impact is indrukwekkend.

Ondanks het complexe buitenaanzien toont het Cité du Vin in Bordeaux de grootsheid van alle wijn. Niet exclusief Franse wijn. Die aanpak past in het hart van de internationale wijncultuur. Zoals de wijn walst in het glas zo wentelt de bezoeker drie uur door een toegankelijke, prachtige presentatie. Om tot de ontdekking te komen dat het “glas nog minstens half vol is”. 

– 12 september-

Mignon

Circulair: fontein is stortbak

AirBnB Bordeaux. Een butler (term van de ‘gastheer’) kwam tien minuten te laat de sleutels brengen. Hij maakte dat voor zichzelf goed door in sneltreinvaart de schakelaars aan te wijzen en te verwijzen naar de huisregels. Over de buurt kon hij niets zeggen: “niet onveilig ‘s-avonds, maar ik woon in een heel andere wijk. Ik kan u niet wegwijs maken.” Hij bloosde bij de presentatie van een ‘circulair toilet’. Het fonteintje wordt gecombineerd met het waterreservoir. Werkt voor geen meter maar het blokje zag er schattig uit.”Mignon” zeiden wij en hij deed er verontschuldigend het zwijgen toe. 

De Garonne toont in Bordeaux smerig, een poepkleur. De oorzaak is niet de vervuiling maar de enorme kracht van het water, waardoor de bedding wordt omwoelt. De tekstschrijver van het ‘Cité du Vin noemt de kleur echter ‘blond’. In deze ‘wijn experience’ is dat geen overdrijving maar een karakterisering.

Ook schattig was het straatinterview. Vier verlegen-brutale 12-jarige jongens van kleur vroegen wat we van het museum vonden. We stonden bij ‘Strange Fruit’, opgedragen aan Billy Holiday. In een boom hangen drie hoofden: horen, zien en zwijgen. De jongens wisten meteen waar het aangrijpende kunstwerk voor staat. Het gesprek was even niet schattig meer.

-10 september-

La baa!

Een labyrint van fijne voeding, foto E. Leclerc, Dax

Waar vind je ongeveer 5 meter cornichons op een rij? In een Franse hypermarché, waar lange rijenvoedingsproducten in een rijke sortering een enorm labyrint vormen. Niet kleinschalig, wel  fascinerend.

De verse producten zijn van goede kwaliteit, de toonbank is rijk gesorteerd. De klant waardeert het vakmanschap van het winkelpersoneel. Er is ondanks de drukte tijd voor de klant. Op de visafdeling legt een visboer aan een jongen van ongeveer twaalf uit wat een zeeduivel is. En vooral diens tanden. De prepuber kijkt ongelovig bij het sterke verhaal van de wat schraal gebouwde man met navenante snor. Die begreep dat wantrouwen, liep weg en kwam terug met licht geplastificeerd verpakkingsmateriaal. Probleemloos versnipperde de kaak van de zeeduivel postuum het papier, geholpen door de duim van ‘de snor’. De hypermarché is een lelijke uitvinding, haar massaliteit een gruwel, maar de Franse keuken leidt er vooralsnog niet onder.

Helaas, je zoekt slechts een doosje verse scharreleieren. Driemaal verwees een bediende met de vrije linkerarm naar links met de uitroep: “la baa”. De visboer weet wel de weg. “Waar vinden we de eieren?” “Niet bij mij. Bij de haan, of eigenlijk zijn kippen. En hier  aan de kop van de tweede rij rechts.”

-8 september-

Balcon des Landes

Jeugd is jaloersmakend. Foto geplukt van internet

De wegen naar het balkon zijn kronkelig en smal. 80 km/u, dan houdt het wel op. Niet voor motorrijders. De relatief kleine motor voor ons neemt de volle breedte. Dat mag, want voor je rijdt pure vrijheid. De slanke benen van de bijrijder lijken het frame samen te knijpen. Haar wapperende haren omlijsten het plaatje: teenslippers, t-shirt, shorts. Hoewel zinloos halen we in. Nieuwsgierig naar de ridder voorop. Ook superzomers gekleed. 

Hoe krijgt deze ordinaire helm zo’n in frêle schoonheid achterop? Inhalen lukt, afstand nemen niet. Als een wesp blijft die nozem op zijn ‘opgevoerde bromfiets’ mij volgen. Het beeld is van alle tijden, jeugd is jaloersmakend.

Mugron. De lokale VVV verwijst naar een uitzichtpunt over het Balcon des Landes.  Daar ligt de maisakker in de weg. Het kerkplein biedt een alternatief. Het dorp zelf is landelijk en welvarend en bij een middagtemperatuur van 30 Gr. uitgestorven. Het sobere karakter van het centrum valt op. De regio heeft immers een eeuwenoude rijke wijncultuur. Frankrijk eert op pleinen niet alleen dorpsgenoten die bleven in het oorlogsgeweld. Op dit plein de buste van Claude Frédéric Bastiat; in de regio Dax een belangrijke magistraat. Internationaal werd hij echter bekend als een vernieuwend econoom.

-6 september-

Oorlogsinvalide

Foto geplukt van internet

Het viel niet mee om een terrasplekje te vinden. Door een zware regenbui bleven de stoeltjes onder de luifel. Aan het zinq nog slechts één croissantje. De patron geneerde zich toen hij het bordje aanreikte. Dit stukje Franse cultuur miste een arm aan de halfronde lekkernij. Het deed mij denken aan de aanwijzing in de metro bij sommige zitplaatsen: mutilés de guère. “Een oorlogsinvalide?”, vroeg ik. Hij kon er wel om lachen.

Zo’n grapje moet kunnen in Dax een stadje dat haar welvaart dankt aan de zorg om gezondheid. Al vanaf de Romeinen trekken de warme geisers een bijzondere combinatie van lijders en genieters. Dax kent het Musee Georgette Dupouy, dat geheel gewijd is aan de schilderes, die in de jaren vijftig-tachtig kennelijk een aanzienlijke bekendheid genoot. De herinnering aan haar wordt op aandoenlijke wijze in ere gehouden. De primitieve, muffe, presentatie van de kunstwerken en de al te talrijke lovende citaten geven een onbehaaglijk gevoel.

De meeste waardering verdient de arena; capaciteit 8.000 zitplaatsen. Gulle bloemwerken langs de tribunes maken het kleine strijdtoneel haast intiem. Bij de ingang indrukwekkende foto’s van stieren. Door de lens van de fotograaf zijn zij niet de slachtoffers, maar de helden van de arena.

-2 september-

La Rentree

Een kleine boekwinkel in Bordeaux

Morgen begint in Frankrijk het schooljaar en dat merk je op zondag 1 september in Capbreton. Op de boulevard is het lage aantal kinderen omgekeerd evenredig aan de leeftijd van de meeste wandelaars. Het is de tijd van de Rentree en dat betekent dat heel jonge gezinnen of juist kinderlozen zonder sportieve ambities Capbreton bezoeken. Die discrepantie zie je niet, alles is nog open, maar je voelt haar wel: de dynamiek is weg.

In Capbreton vloeit alles samen wat je langs de Franse kust kunt vinden. Het bloedrood van de arena’s aan de Fransbaskische kust, het diepe blauw uit Bretagne en het felle wit van de Côte Opale. De sfeer is zoals je die overal langs de Europese westkust ervaart. Te beginnen op Walcheren en eindigend in Saint Paul de Luz. Zo herinnert de laatste badplaats aan Blankenberge en Capbreton aan Wissant.

‘La Rentree’ gaf in Frankrijk niet het gevoel ‘we moeten weer’; eerder van een schone lei. Het was een gevleugeld begrip, niet alleen in de onderwijssector. Als fan van de HEMA zag ik in de Franse filialen en daarna in veel meer winkels “back to school”. Jammer want dat klinkt toch niet als ‘we hebben er zin in’. 

-1 september-

André Malroux

De Loire in Tours

“Heel Europa kan niet alle vluchtelingen uit Afrika opnemen. Dat lost hun probleem niet op”. Deze, of woorden van gelijke strekking, worden toegeschreven aan André Malraux. Hij was Frans schrijver en politicus van linkse signatuur. Hij overleed bijna een halve eeuw geleden. 

Tours, wandelend langs de Loire over de avenue met Malroux’ naam. De medeflaneurs zijn rijkgeschakeerd. In een studentenstad is dat niet verwonderlijk. Mensen van kleur die duidelijk  geen deel uitmaken van de academische ‘community’ bepalen het straatbeeld evenzeer. Tours telt ongeveer 130.000 inwoners. Dat is weinig, gelet op het prachtige stratenplan en de talrijke historische bouwwerken. Een stad met grandeur waarvan veel dateert uit de 19e eeuw. Het kopstation is van Victor Laloux en twee collega’s. Laloux ontwierp ook het (latere) Musée d’Orsay. In de 13e eeuw was Tours de hoofdstad van Frankrijk en dat zie je terug. Je voelt je meteen thuis, de sfeer is er aangenaam. Het sociale leven gaat door tot na tienen.

Desondanks boet de prachtige Rue National in aan aanzien in door de wat sleetse gevels. Alsof de stad moeite heeft haar status te handhaven. Aan de Avenue Malraux turen een man en zijn hond over de Loire. Ook een zichtlijn met eeuwigheidswaarde.

-30 augustus-

Druk

In Frankrijk loopt EV voor op Nederland, foto Fulli

Hoge druk is een vaste metgezel tijdens vakantie. Begin jaren zestig: de Zephyr. Zes cilinders, zes inzittenden plus een vriend. Op de trekhaak een oude Sprite. In z’n twee over de Alpen; verbruik 1 op 6. Dié druk heette actieradius. Een jerrycan reservebenzine nam de druk niet echt weg.

‘Actieradius’ maakt nu ruim baan voor ‘bereik’. Kan ik in Frankrijk op tijd een laadstation halen? En hoelang gaat dat laden duren? En hoe hoog is de parkeervergoeding als de batterij vol zit, maar wij nog niet? In Frankrijk wijst een Citroen C1-achtige ‘muis met stekkerstaart’ frequent de weg naar een laadstation. Die hoge nood is weg.

Een hoge druk die niets met autorijden te maken heeft is de natuur. Antwerpen kun je vermijden, Brussel is te doen, maar wegwerkzaamheden brengen de laadpauze met geplande sanitaire stop op onhaalbare afstand. Bruusk de doorgaande weg af, op naar een groene zone waar het struweel voldoende beschutting biedt om de grote boodschap natuurlijk te volbrengen. Wanneer was de laatste keer? Waar is die ontzettende rol toiletpapier? Die wordt node gemist. Goddank zijn er wetties. Ditmaal niet voor kinderbilletjes maar opa’s vingers. De volgende 700 kilometer blijft de herinnering aan de kleinkinderen thuis dichtbij.

-28 augustus-

Drieka min Tweka

Achterzijde met nieuw aangelegde tuin van Museum De Wieger in Derune, architect Kropholler, foto van het museum

“Drieka min Tweka, wat heb je dan? Blote billen.” Een van de vele (nu) foute grappen van mijn vader. “Tweka” was een merk badkleding en tricotage uit Geldrop. Tweka werd te duur en ietwat oubollig en verdween daardoor in de jaren tachtig nagenoeg van de markt. Weverijmuseum Geldrop stelde een expositie samen: ‘Duik in Tweka’. Het museum zelf is ook de moeite waard. 

Een deel van de kleine musea in onze metropoolregio brengt onze industriële en culturele geschiedenis dichterbij, zoals Museum De Wieger in Deurne. Het museumgebouw is het voormalige woonhuis van de beroemde dokter, apotheker, schilder en schrijver Hendrik Wiegersma. Het pand, van de hand van Kropholler, was al jaren in gebruik als museum. Recent werd De Wieger, een lokale bijnaam, niet per se een koosnaam, volledig omgebouwd. Van imposante dokterswoning tot een museale ruimte waarin beeldende kunst tot haar recht komt. De collectie, de exposities, ze ademen in alles de sfeer waarin de (welgestelde) Wiegersma en zijn familie leefden en werkten. 

Wiegersma en Deurne. Ze herinneren aan Coolen en Kortooms, en vooral aan zoon Friso. Ik bewonder “Telkens weer”, maar hij werd wereldberoemd in Nederland met Het Dorp. Dat dorp vind je niet meer terug, De metropoolregio wel. 

-31 juli-

Bastani

VittorioDesikan op Karavansara

De ‘Stadspoort’ in Eindhoven is een onopvallende hoek aan de Keizersgracht. Even verderop De Regent en de Emmasingel. Prachtige namen voor bekende plekken die bijna niemand kent bij naam. In die Stadspoort een ijssalon van naam: Bastani. ‘Bastani’ is niet een Italiaanse familienaam, maar is het Perzische woord voor ijs. What’s in a name?

Wat bastani inhoudt kun je ontdekken in Tilburg, aan de Havendijk, ter hoogte van de draaibrug. Daar, met het zicht op het water richting Piushaven, ontstond een onverwacht romantische plek. Dat komt door de Iranese vluchteling Vittorio (?) Desikan. Hij plaatste er enkele jaren geleden zijn kleine horeca-aanhanger met zijklep. Hij noemt het wagentje een ‘buitenhuiskamer’. Vittorio verkoopt er Perzische koffie, thee en ijs met cake. De gemeente betegelde de ‘pleisterplaats’ (Karavansara) en plaatste betonnen banken. Desikan legt er Perzische kleden over en bouwt de plek dagelijks uit. Oude meuk, maar mooi gepresenteerd. Inmiddels staat Vittorio ook bekend om zijn verhalen en gedichten waarmee hij de reputatie van zijn geboorteland eer aandoet. Karavansara werd een hit.

Het ijs is heerlijk. Het doet denken aan yoghurt-kersen, maar voller van smaak en textuur. En vooral: wat gember, iets van saffraan en nog wat. ‘Wat’ blijft echter een keukengeheim.

-26 juli-

Van Brunschot

Opel Olympia Caravan; foto Stellantis

In de rij van agent, brandweerman of copiloot paste niet een man in stofjas met een potlood achter het rechteroor. Maar toch. Ooit wilde ik zoiets.

Op woensdag bezorg ik 9 Veldhovenaren maaltijden. Soms warm, meestal koelvers. Het bezorgen zelf neemt drie-vier minuten in beslag. In die tijd ben je bij de meesten het enige gesprek van de dag. Je trekt de stembanden uit de kreuk, en soms verschijnt een glimlach uit een vergeten hoek. Dat lukt het beste aan de hand van het bestelformulier. Je wijst op nieuwe gerechten, ziet toe op een gevarieerde keuze. Je houdt afstand, al raak je na enige tijd toch wat vertrouwd met vaste klanten. 

Van Brunschot was een kruidenier, maar vooral een bezorger. Wekelijks haalde hij de boodschappenboekjes op. Al snel kende hij de voorkeuren van de klant en controleerde de bestelling. Tegen het weekend werd die thuisbezorgd, vaak met telefonische nabestellingen.Uiteindelijk heb ik dus de baan van m’n dromen. Onderweg rijden allerhande collega bezorgers rond zoals AH en Jumbo. Picknick steelt de show. Met afstand op 1 staat nog steeds de stationcar van Van Brunschot. Zo’n bestelauto was Not done buiten de lokale middenstand, maar ik had mijn keuze al gemaakt.

-18 juli-

Hohe Messe

Harry Mulisch en eerste echtgenote Sjoerdje Woudenberg (1971). Foto Wikipedia.

Hoog tijd voor een concert. De Hohe Messe hadden we nog niet gehoord. Uitvoerenden waren Het Koor en Orkest van Collegium Vocale uit Gent. Die kennen we van hun loepzuiver geluid, dus op naar het Concertgebouw.

Hoewel ik mij geen ‘boertje van buten’ voel, mag ik me graag kleden voor de gelegenheid. Tijdens een matinee is dat casual sjiek. In de zaal vielen de enorme verschillen in kledingstijl op. Enerzijds jonge dames in donkerblauwe jurken, heren in behoorlijk deftige pakken. Overdressed voor de tijd van de dag.  Anderzijds sportbroeken, zware kousen. Jacks getuigden van een natte zomer. De omroeper verklaarde de oorzaak van de verschillen: het concert was georganiseerd voor leden van “Vrienden van de Fiets” en leden van het VvAA, vrienden van de automobiel. 

Richting Centraal Station, ter hoogte van de draai in de Leidestraat, dacht ik aan Harry Mulisch. Ik zag hem er lopen, zo’n vijftig jaar geleden, en vroeg mij af of ik dit nationale voorbeeld van intellect en goede smaak een klein beetje op zijn plaats zou kunnen zetten. Met lichtbrabantse tongval vroeg ik hem enigszins gehaast: “Bent u hier  ook een beetje bekend?”  Hij was iets verbouwereerd, maar wees vriendelijk de weg naar het Americain. 

-1 juli-

Workum

Hotel Café Restaurant De Gulden Leeuw is zoals je het verwacht in een Hanzestad

Loopt Friesland achter? “Stumpel sedert 1729. De oudste boekhandel van Nederland”. Dat viel tegen. Boeken saai, onoverzichtelijk opgestapeld in lange rijen. Aan lezen gaat soms een diepe kniebuiging vooraf. Had mooier gekund.

“Hotel De Gulden Leeuw” beantwoordt volledig aan de verwachtingen. 11 Kamers, alle bereikbaar langs een kruip-door-sluip-door route met trappen en trappetjes, allemaal bekleed met kamerbrede vaste vloerbedekking van Bonaparte. Vanzelfsprekend in donkerblauw. De kamers schoon en redelijk ruim. 

Grote ramen in een donker gekleurd interieur. Het Sneker Café van drs P. Is niet ver weg. De grote tafel pal voor de tv was geserveerd met het oog op de wedstrijd Nederland-Frankrijk. Geen hond op straat; buiten onze tafel twee Duitsers die in de rust afhaakten. Om 23.15 u. verzocht de nachtwaker de gasten naar bed te gaan, of naar de concurrent.

Tijdens de avondmaaltijd diende het ontbijtformulier te worden ingevuld. Geniaal! Geen inhaligheid aan een buffet, alles ging keurig op.

Op de eerste warme zaterdagavond in de zomer reed zo tegen 21.30 u de bestelwagen van de groenteboer met geopende rolluiken over de Merk richting huis. De kar leek in de verte op een Hanomag en had ook de vergelijkbare blauwe kleur. Thuislevering is hier nooit weg geweest.

-26 juni-

System Fly

Soms is internetwinkelen heel leuk en kan zelfs een band ontstaan.tussen aanbieder en klant. De pakketdienst maakte in dit verhaal daaraan bijna een einde. Dus toch maar naar de winkel.

System Fly, Swatch staat voor Second Watch

..

19 februariBeste verzender,

Bedankt dat u contact met ons heeft opgenomen.
Uw e-mail is belangrijk voor ons en we streven ernaar om u binnen 1 werkdag te antwoorden. Met vriendelijke groeten,
Het Swatch Online-team 
Goedemorgen Willem Hornman,
 Bedankt voor uw bericht. Wij helpen u graag verder!

Helaas hebben we momenteel geen Swatch-winkel in Eindhoven. We zijn hier echter om u te helpen bij het maken van uw keuze of om u de ontbrekende informatie te geven die u nodig heeft over de Sistem 51 Irony – Sistem Slate.U kunt het horloge altijd online bestellen. Als het niet bij u past, is er een gratis retourformulier om het naar ons terug te sturen en uw geld terug te krijgen (binnen 14 dagen). Laat het ons weten als u nog meer vragen heeft of hulp nodig heeft! ?…
Beste Willem Hornman,Bedankt voor uw bericht. We begrijpen dat het fijn is om de winkel te bezoeken!
We hebben voor u contact opgenomen met onze collega’s van de winkel en gevraagd of het horloge beschikbaar is. Sistem Slate is helaas momenteel niet op voorraad in Rotterdam.
Wij zouden onze collega’s van andere winkels kunnen vragen of zij hem willen versturen naar Rotterdam zodat u hem daar alsnog kunt verkrijgen. Zou u dat willen?
Wij horen graag van u.

Goedemorgen Willem,

Bedankt voor uw mail. Wat jammer om te horen dat het horloge niet bevallen is als gewenst! Dit kan gebeuren, helaas. 
ik hoop dat u voor de rest fijn bent geholpen in Rotterdam, ons team daar is vaak van hoge kennis. Uw interesse in Sistem Fly is erg tof om te horen, ik zou daarin iets voor u kunnen betekenen.
Wij hebben in ons voorraad 1 laatste model van Sistem Fly in Nederland op voorraad, wat ik zou kunnen doen is deze als laatste exclusief beschikbaar maken op onze webshop. Het is goed om te weten dat als ik dit online zet, dit voor iedereen is.
Mocht u interesse hebben in de laatste ”Sistem Fly” in Nederland, laat het mij weten. Dan kan ik hem bijvoorbeeld om 11u vandaag online zetten met 1 stuk voorraad.

Ik hoop van u te horen Willem!

Met vriendelijke groet,
Timothy

Goedemiddag Willem,

Bedankt voor het snelle handelen! Ik heb het horloge al apart laten leggen en ga zorgen dat deze jouw kant op komt. Helaas is onze pakketdienst al geweest vandaag om 12:00 dus kon ik hem niet meer meekrijgen.
Ik stuur hem maandagochtend direct jouw kant op en dan verwacht ik dat hij dinsdag binnen is!
Alvast heel fijn weekend gewenst en bedankt voor het fijne contact.

Goedemorgen Willem,

Bedankt voor je terugkoppeling. Wij hebben zojuist voor jou gecheckt maar ik heb hem maandag al meegegeven met de post! Hij is weer teruggekomen (reden onbekend) en toen heb ik getwijfeld om hem zelf maar langs te brengen aangezien ik ook in Veldhoven woon, maar onze vaste koerier van Mikropakket wou hem wel afleveren.
Mocht die nou na vandaag weer niet traceerbaar zijn of niet goed gaan, breng ik hem zelf even langs!

Fijne dag Willem 🙂

Met vriendelijke groet,
Timothy

11 Maart

Beste Willem,

Hartelijk dank voor uw e-mail! Een mail op de zaterdag mag altijd, maar dit keer was ik wel even van mijn weekend aan het genieten haha ;)!

We zijn blij te horen dat u het horloge hebt ontvangen, ondanks de omstandigheden. Onze excuses voor alle hobbels onderweg, maar we zijn blij dat het is gelukt. Willem, bedankt voor het prettige contact en geniet van uw nieuwe Swatch!

We wensen u een fijne week toe. En wellicht, tot ziens!

Met vriendelijke groet,
Timothy

-20 juni-

Badjassen

Het Boscafé in Oisterwijk. Foto van Het Boscafé

De mooie traditie oma’s verjaardag te vieren gaat de derde generatie in. Dat de kleintjes overgrootmoeder niet gekend hebben maakt helemaal niets uit. Kleinkinderen en straks achterkleinkinderen praten bij met ooms en tantes. Ontdekken dat familiebanden niet intens hoeven te zijn om kostbaar te blijven. En het werkt.

De bosrijke locatie met een overdekt terras en uitzicht op een veilige speeltuin bleek een goede keuze. Het speeltuig was kletsnat, maar de regen bleef gelukkig weg. Na een paar rondjes enthousiast aanmoedigen moet grootvader dringend kijken naar de andere gasten. Wandelaars, fietsers en natuurlijk andere families. Eén daarvan onderscheidde zich door witte, warme, lange jassen met brede ceinturen. Als badjassen in de sauna. Gezien de waterkoude op het terras was het gezelschap nauwelijks overdressed. De dames trokken aandacht in de speeltuin; compleet met cocktailglazen en -houding. Wellicht mooi op tinder, maar niet in de vriendenkring. Keurig met een ondefinieerbaar rauw randje.

Op enig moment komt een vader aangesneld van de parkeerplaats. Alle mannen worden gehugd, sommigen met een zoen. De vrouwen moeten het doen met een zoen. De laatste maakt een opmerking. Een licht schouderophalen, een berouwvolle blik, nog twee zoenen, de derde op de mond. Pappa heeft zijn zaterdag gered. 

-1 juni-

Statiegeld

Ook ‘s-avonds druk

..

Het heeft lang geduurd en de retourregeling is niet waterdicht maar de straten tonen minder zwerfvuil. Iedereen blij. Behalve in de flesseninname. Daar wordt het elke week drukker.

De mensen die daar in grote aantallen drankverpakkingen inleveren zie je goeddeels niet terug in de winkel zelf. Hun enorme winkeltassen en vuilniszakken maken duidelijk: het gaat niet om het terugbrengen van thuis gebruikte verpakkingen. Hier is sprake van neveninkomsten. Met behoorlijke gêne sluit je aan naast de buurman voor het inname-apparaat. Mijn opbrengst is doorgaans een Euro. Die verdwijnt achter de donatieknop. Op dat moment voel je je een beetje een hufter. Je vindt het bedrag kennelijk niet echt de moeite waard, maar de buurman wel. Je zou hem jouw emballage kunnen geven, of de bon. Dat voelt als een aalmoes.  Dan toch maar de donatieknop.

Een klein jaar later. Eerst kijken hoe druk het is in de flesseninname. Twee zware Vito’s op leeftijd staan hinderlijk in de weg. Voor de schuifdeur een rijtje wachtenden. Onder hen stevige mannen met een enorme kratten vol flessen en blikken. Binnen slaat een innameautomaat op tilt. Die mannen staan niet te wachten op een aalmoes maar op hulp. Volgende week ’s-avonds  naar de Limburglaan.

-15 mei-

Arbeidsmigranten, asielzoekers, vluchtelingen. Het is de actualiteit van vandaag. Veldhoven was na de oorlog lange tijd de snelstgroeiende gemeente van Nederland. Het Erfgoedhuis Veldhoven vraagt zich in een serie artikelen af hoe Veldhovenaren in het verleden omgingen met ‘vreemdelingen’.

Sjoerdje Beerens leefde in drie culturen

“Friezin blijf je”

Merefelt, hoogste etage, uitzicht over Veldhoven. Ideaal voor een ‘starter’ op de woningmarkt, maar ook voor een moeder en oma van 98. Sjoerdje Beerens voelt zich er thuis. Zij vertelt waarom.

“Het was vorig jaar mei. Na 14 jaar in de Valgaten was het tijd voor een woning met zorg bij de hand. Dat geeft rust. Ik was nooit ziek. Toch moest ik na enkele dagen het ziekenhuis in. Longontsteking. Als mijn dochter Liesbeth toen niet bij mij was, had ik het niet gehaald.”

“Ik ben geboren uit Friese ouders. Mijn vader vond in de jaren 20 werk in Duitsland. Hij was melker van beroep maar in Friesland was geen werk te vinden. Friese melkers waren gewild in Duitsland. We woonden op een landgoed. We hadden het er goed. Thuis spraken we Fries. De meeste Duitsers dachten dat we Nederlands spraken. Buitenshuis spraken we natuurlijk Duits. We ervoeren geen problemen. Hoewel. Op de lagere school, met één klas voor kinderen van zeg 8 tot 14, hadden mijn broer, zus en ik het wel moeilijk. Die leraar treiterde en discrimineerde ons. Volgens mij zat hem dwars dat wij keurige kinderen waren die goed mee konden met de Duitse kinderen. Zijn collega’s spraken hem later daarop aan.

We werden er niet op aangekeken dat we arbeidsmigranten waren. Integendeel. De contacten bleven. Nog maar kortgeleden ging ik er met Liesbeth heen, voor het afscheid van een vriendin. En dat terwijl we al sinds 1945 uit Duitsland vertrokken waren.”

“Na de oorlog keerden veel Friezen terug. Duitse soldaten kwamen van het front en wilden desnoods zonder loon werken. Als ze maar te eten kregen en een bed. Friesland bood inmiddels voldoende werkgelegenheid. Ik was toen 20. Een vriendin kreeg kennis aan een man in Hilversum. Zij bood mij onderdak en al snel vond ik er een baan, hulp in een Duits gezin. Dat was geen pretje. Gelukkig leerde ik mijn man kennen en al snel trouwden we. Dat was in dat mooie stadhuis van Dudok in Hilversum. Mijn man was een uitstekende gereedschapsmaker bij Philips NSF. Hij kon naar Drachten. Dat was mooi geweest, maar de functie vond hij onder de maat. Daarop kreeg hij een baan aangeboden in Eindhoven. We startten in de Van Eijkstraat. Het huis was te klein voor vier kinderen. Uiteindelijk konden we naar een groter huis aan de Burg. Van Hoofflaan. Ik heb er zo’n 46 jaar gewoond. De kinderrijke wijk was in opbouw. Mijn zoontje van zes verongelukte bijna in een bouwput. Die was onvoldoende afgesloten. Gelukkig waren we er op tijd bij. Door kinderen maakte ik snel contact. Je afkomst en achtergrond waren niet interessant.”

Aan de muur twee Friese spreuken. Eén luidt: It is mei sizzen net to dwaen; met kletsen alleen kom je er niet. De tweede luidt in het Nederlands: vandaag donkere schaduwen, morgen volop zon. Zij vormen de samenvatting van Sjoerdjes leven: Je moet kansen zien en pakken. Sjoerdje: “Sa is it”.

-31 maart-

Ongenode buitenlandse gasten en petazzi

Ad en Cor

Stel je voor: de gemeente laat weten dat zij vanwege een ernstig woningtekort jouw huis heeft aangewezen voor huisvesting van vier mannen. Niemand wacht op zo’n toewijzing. In de oorlog was dat een normale procedure.

Ad van der Linden (91) en Cor van Kasteren (85) kunnen er over meepraten, al wordt die periode (1940-1945) wel herinnerd als kind.  Beiden kennen nog de leuke voorvallen, de prettige momenten. Toch weten zij uit eerste hand dat inkwartiering echt geen pretje was. Hun verhalen vullen elkaar aan. Logisch als het verleden zo ver is, maar ook zo vers in de herinnering. De vragen worden door beiden beantwoord.

Was de bezetter ook in jullie huis een bezetter, of misschien wel bezitter?

Ingekwartierde soldaten waren niet per definitie de bevelhebber in huis. Een voorbeeld: Om slijtage te beperken hadden de laarzen spijkers in de zool. Als soldaten -met laarzen aan- de trap opgingen werden ze resoluut door moeder naar beneden gehaald. Vader wees er overigens vaak op dat er ook goeie Duitsers waren. Die waren in de meerderheid. Je was bang voor mannen in het zwart, Duitse- en vooral Nederlandse SS’ers.

En aan tafel?

Het systeem was gebaseerd op angst. Je moest schrik voor ze hebben. Delen was er niet bij. Als je geluk had, kreeg je het beschimmelde zuurdesembrood dat zij zelf niet meer lustten. Dieren mocht je niet houden, die vraten immers mee van het weinige voedsel. Je moest zo wel een hekel aan de Duitsers krijgen. De fiets werd in de tuin begraven, een magneet onzichtbaar verstopt achter de meter. Kolenstook werd roofhout uit de bossen. En met het vliegveld in de buurt mochten we ‘s-avonds absoluut geen licht uitstralen. Je lag er ook vroeg in, met z’n vieren in één bed. Bij hun vlucht, vermoedelijk op dolle dinsdag, hadden wij veel schik. Op fietsen, op kar met paard, in wanorde sloegen de Duitsers op de vlucht. Een hele colonne, vanuit België. 

Bleef het in huis bij Duitsers?

Bij Cor thuis was dat wel zo, bij Ad lag dat anders. Begin mei 1940 had zijn zwaar zwangere moeder nog een bezoek gebracht aan familie in Venlo/Blerick. Door bombardementen kon ze aanvankelijk niet terug. Dat was misschien de spannendste periode in de oorlog. Die familie kwam na de bevrijding naar Veldhoven. Het ging wel, al werd er soms voor 22 man gekookt. Je moest creatief zijn. Zo had je Philiprak uit de kantine van Philips en nog zo’n creatieve vondst, Petazzi: aardappelen met wat erbij. Er kwamen ook nog Engelsen. Die werden vanuit Boxmeer ingekwartierd. 

Britse kostgangers waren makkelijker?

Hun positie was natuurlijk die van winnaar. Belangrijker vinden Ad en Cor het verschil in mentaliteit. De Duitsers hadden op het laatst niets meer uit te delen. De Britten wel en deden dat ook.Toch had de familie Van Kasteren tot in de jaren vijftig nog contact met de Duitse familie Oys. Aan de basis daarvan lag volgens Cor het besef dat de oorlog uiteindelijk alleen maar verliezers kent.

-30 maart-

Francien en Noud

Francien en Noud

De verhalen van Francien Somers (69) en Noud van Beek (71) gaan over hun moeders, Oekraïense vrouwen. Ondanks de leeftijd hadden deze vrouwen al veel meegemaakt voordat zij naar Veldhoven kwamen.

Hun geschiedenis gaat zo’n 90 jaar terug in de tijd. In de jaren dertig van de vorige eeuw lukt het Stalin niet om Oekraïne onder de knie te krijgen. Het enige dat naar zijn mening nog restte was de Holodomor. Oekraïne werd volledig afgesloten van alle voedingsproducten waardoor miljoenen inwoners de hongerdood stierven. Tegen die achtergrond leek de inval van Duitsland op een bevrijding. Snel werd duidelijk dat niets minder waar was. Veel Oekraïners, werden te werk gesteld in de Duitse oorlogsindustrie. De Veldhovense vaders van Noud en Francien moesten ook naar Duitsland.

Noud

“Mijn vader was een 17-jarige sigarenmaker bij Duc George toen hij werd aangewezen voor de Arbeitseinsatz in Duitsland. Dat deed de bezetter niet zelf. De kapelaan had de moeilijke taak om uit alle slechte keuzes de minst slechte te kiezen. Zo werd gekeken naar de gezinssituatie.

Hij werd tewerkgesteld in Oberndorf in de wapenfabriek van Mauser. Mijn moeder wilde na de oorlog niet terug naar het oosten. Zo belandde ze met mijn vader in Zeelst. Na de oorlog stonden Zeelst en de kerk niet open voor vreemde vrouwen.  Mijn moeder had in Oekraïne gestudeerd. De nonnen in Zeelst hebben haar Nederlands geleerd. Mijn moeder moest allereerst de catechismus in het Nederlands leren om te kunnen trouwen.” 

“In die periode kwamen vier Oekraïense vrouwen naar Veldhoven. Onderling hadden zij veel steun aan elkaar want Veldhoven was toen nog een verzameling van gesloten dorpen en buurtschappen. Alles wat vreemd was, was onbekend, ongewenst. Dat kun je je nu haast niet voorstellen. Bedenk echter dat de angst voor de Koude Oorlog sterk aanwezig was. Ik ben opgegroeid in D’Ekker. Een compleet nieuwe wijk met bijvoorbeeld een onderwijzer uit Goeree Overflakkee. Dat maakte de acceptatie makkelijker. Al bleven we nog best lang   ‘halfbloedjes’.”

Francien

“Dwangarbeiders uit Slavische landen moesten “Ost” op hun kleding dragen. Ze werden gezien als “Untermenschen” en door de Duitsers slecht behandeld. Mijn ouders leerden elkaar in Kassel in de Fieseler vliegtuigfabriek kennen. Daar heerste een zeer streng regime. Na afloop van de oorlog trouwden ze in Duitsland en keerden samen terug naar Veldhoven.”

“Vader was welkom maar waarom met een Russin? Mijn moeder voelde zich aanvankelijk opnieuw achtergesteld. Ook mocht ze van de pastoor niet met mijn vader samenwonen. Ze moest eerst de catechismus leren en voor de katholieke kerk trouwen. Na enkele jaren elders, verhuisden mijn ouders terug naar de Locht en werden daar gepest totdat een dorpsgenoot er een einde aan wist te maken.” 

“Mijn moeder kon goed kippen slachten. Aanvankelijk voor onszelf, later groeide dat uit tot een bedrijfje. Geleidelijk aan werd er met andere ogen naar haar gekeken. Niet als Rus maar voor wie ze zelf was. We bekijken de situatie in oorlogsgebieden vaak vanuit onze situatie. Vluchtelingen laten wel de ellende achter. Hier een leven beginnen is een ander verhaal.”

-29 maart 2024-